Aantekeningen bij de Bijbel: Colossenzen 2:11

Colossenzen 2:11

Thomas Aquinas, Summa Theologica, [], Whether Christ should have been circumcised?

Thomas Aquinas, Summa Theologica, [], Whether a suitable cause can be assigned for the ceremonies which pertained to sacrifices?

Thomas Aquinas, Summa Theologica, [], Whether there can be any suitable cause for the sacraments of the Old Law?

Thomas Aquinas, Summa Theologica, [], Whether the ceremonies of the Old Law ceased at the coming of Christ?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [36]In Welken gij ook [37]besneden zijt met een besnijdenis, die [38]zonder handen geschiedt, in de uittrekking [39]van het lichaam der zonden [40]des vleses, [41]door de besnijdenis van Christus;
36. Namelijk Christus.
37. Namelijk niet met de uitwendige besnijdenis, die door
Christus' dood, nevens de andere ceremonien des Ouden Testaments
teniet gedaan is, gelijk de apostel hier leert, en Gal.5:1,2; maar
met de inwendige besnijdenis des harten, in den geest, welke de
betekenende zaak was van de uitwendige besnijdenis, en die de
apostel in de volgende woorden nader verklaart. Waaruit hij wil
besluiten dat dan de uitwendige ons niet meer nodig noch nut is.
38. Dat is, van God zelf, door Zijnen Geest, Deut.30:6; Rom.2:29.
39. Dat is, de ganse massa der verdorvenheid, die bij een lichaam
wordt vergeleken, dat vele leden heeft. Zie Rom.6:6; hfdst.3 vs.5,
vanwege de velerlei begeerlijkheden, die de zonde in ons werkt.
40. Hierdoor wordt verklaard, waaruit deze zondige aard zijnen
oorsprong heeft, namelijk uit de vleselijke geboorte; Joh.3:6.
41. Niet eigenlijk, waardoor Christus zelf ten achtsten dage is
besneden geweest, maar door welke Hij onsmet Zijnen Geest in onze
harten besnijdt, dat is, van de schuld en heerschappij der zonde
verlost, en onze harten reinigt, gelijk de volgende verzen breder
verklaren.